Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [1]Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over [2]Nebo, want zij [3]is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; [de [4]stad] des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt. 1. Of, van Moab. Vergelijk Jes.15:, Jes.16:; Ezech.25:9; Amos 2:1, boven hfdst.25 vs.21, en hfdst.27 vs.3. 2. Deze stad en de volgende waren allen over de Jordaan in der Moabieten land gelegen. Zie Num.32:34, enz. 3. Dat is, zal zekerlijk verstoord worden, alzo in het volgende. 4. Dit duiden sommigen op Hesbon, gelegen op een groten hogen berg, waarvan de Moabieten zich meest beroemden, gelijk volgt, of een van de voornaamste sterkten. Anderen verstaan Bamoth, uit Jes.15:2, en hier onder vs.35; anderen den rotssteen Sela, uit vs.28. Sommigen houden het Hebreeuwse woord Misgab in den tekst.